Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

VERSLAG VAN DE DAG | GENT JAZZ FESTIVAL 2019 | ZONDAG 7 JULI

REVIEW | MUZIEK
di 09.07.2019 | 09:30

door Matthias Van Ruijssevelt

Buiten het Afrikaanse geïnspireerde jazzensemble Maisha uit Londen, waren er op de zevende dag van Gent jazz niets dan zwoele jazz stemmen te horen. Daarnaast stuurde het Gentse conservatorium hun beste studenten ensembles het podium op. Afsluiten deed Gregory Porter. Er is heel wat volk afgezakt voor de dag van Gregory Porter.

 

Goed, voor de conservatoriumstudenten: RAMAN., UMM, en Suura, die laatste, mochten het podium openen. Suura laat zich inspireren door Scandinavische jazz en folk. De gitaarpartijen van gitarist Wouter Van Belle stonden centraal in hun composities. Om de gitaarpatronen van Van Belle wat kracht bij te zetten, werd hij omringd door een contrabassist, en zowel een alt- als een tenorsaxofonist. Suura was meteen ook de laatste jazzband op de Garden Stage.

 

UMM kunnen we dan weer niet als jazz catalogeren. Maar de groep is past perfect tussen het rijtjes artiesten met prachtige stem op de main stage. De groep speelde speelse pop die alle kanten konden opgaan. De voortrekker van die koerswisselingen: Brent Buckler, vroeger Barefoot, nu, naast drummer van UMM, ook frontman van Sun Gods. De uiteenlopende composities werden aan elkaar gehaakt door de prachtstemmen van de twee frontvrouwen.

 

De sympathieke mannen van de jonge Gentse band Raman stonden voor het eerst op Gent Jazz en omschreven dat meteen als het hoogtepunt van hun zomer. De band rond frontman Simon Raman haalde hun gitaren boven voor wat steviger werk op de Garden Stage Op het einde, wanneer ze onder meer Maestoso brachten, kwamen de mannen in hun element en brachten een mooi slot van hun optreden. De band werkt aan hun eerste EP, die ze in november presenteren. Een nieuwe stap in hun ontwikkeling van een band die er ongetwijfeld nog veel zal zetten.

 

Ook op het hoofdpodium stond een jonge Belgische debutante: Tristan. Het muzikale project van zangeres Isolde Van den Bulcke kreeg de ondankbare eer om de Main Stage vroeg op middag te openen. Zij en haar bandleden lieten dat echter niet aan het hart komen. Tristan is al aan haar tweede EP toe, stond al in de Handelsbeurs en bracht vandaag een volwassen en knappe set. Soundscapinggewijs trok Tristan de aandacht van de vroege vogels op Gent Jazz, toch bleef de publieke belangstelling voor deze opener eerder uit. Jammer, want geef deze vrouw een volle tent en broeierige temperaturen en haar muziek doet de rest.

 

Na Tristan deed Maisha het hoofdpodium daveren. de Londense Maisha smelt klassieke jazz samen met Afrikaanse poloritmes. Het resultaat: een spirituele trip die mikt op de heupen. De Afrikaanse ritmes zorgden maakte vaart in hun optreden. Momentjes van rust kregen we in de vorm van ellenlange solo’s: De eerste kwam van de bassist. Hij werd op zijn beurt opgevolgd door de drummer, Jake Long. Hij greep zijn moment en verbaasde ons met zijn unieke drumtechnieken. Daarna pikte de band terug de draad op en liet ons al dansend de tent uitwandelen.

 

We konden een half uurtje van de zon genieten en dan was het de beurt aan José James, de Amerikaanse jazzzanger die duidelijk eens in de kleerkast van Jimi Hendrix geneust had. Maar het was niet Hendrix die hij zou eren - al sijpelde met 'Fire' wel een van zijn nummers in de setlist - maar wel de Amerikaanse soulzanger Bill Withers. Met Withers’ muziek had James maar een doel voor ogen: de zon de tent binnenlaten. James opent met 'Ain’t No Sunshine' en de toon is meteen gezet. Een bom van een stem, een stevige dosis soul en een niet te vatten coolness. Die omschrijving is niet alleen van toepassing op James, maar evenzeer op zijn drie bandleden. Aneesa Almusawwir (bass & vocals) moet niet vocaal allerminst onderdoen en maakt handjes klappen zowaar cool. Gitarist Marcus Machado pakt uit met een geweldige solo waarbij, helemaal met Hendrix goedkeurend knikkend vanuit het hiernamaals - zijn mond betrokken wordt in het bespelen van zijn gitaar. Aaron Steele kan met zijn drumstel niet achterwege blijven en speelt een indrukwekkende solo. José James bekijkt het allemaal vanop de zijlijn als perfecte orkestleider. De set kent weinig rustpunten en gaat aan een stevig tempo verder met 'Just the Two of Us' en 'Lovely Day' als enkele van de hoogtepunten. Het meest opvallende nummer is wellicht ook het meest afwezige nummer. De tournee heet ‘José James presents Lean On Me’, maar laat net dat nummer thuis op de plank liggen. 

 

Daarna mocht Gregory Porter zijn opwachting maken. Opvallen doet Porter meteen. Al dan niet door zijn prachtige kostuum, maar vooral met zijn prachtige baritonstem. Porters muziek heeft alles: de boogie van swingende blues, het spirituele van gospelkoren, en de solo’s van de jazz. Ja, ook Porter geeft zijn muzikanten de tijd. Diens songs kunnen namelijk live bombastisch van aard zijn, maar breekbaarheid loert altijd om de hoek. In 'Water under Bridges' mijmert hij over een verloren gegane liefde. ‘I'd take our worst days. Even our worst days are better than loneliness’, zingt hij over een naakte pianobegeleiding. Eens de pianoballade was gepasseerd, ging hij en zijn band weer in volle koers. Niet veel later valt al redelijk vroeg in de set, ‘Liquid Spirit’, waarmee hij de stem van de tent op de proef stelde. Enkele songs later, deed Porter en zijn band het weer wat rustiger aan. Enkel de contrabassist bleef op scène achter. In z’n solo knipoogde hij naar verschillende hits uit de muziekgeschiedenis, maar kwam uiteindelijk terecht bij het baslijntje van ‘Papa was a rolling stone’. Porter en zijn band kwamen weer op het podium en pikten in. En weer trok de band zich op gang, voor de laatste spurt tot de eindmeet. Althans, dat dacht de presentator toch toen hij het podium op ging om het publiek uit te wuiven. Maar dat was buiten Porter gerekend. Hij onderbrak hem, en speelde gewoon nog even verder. Het publiek kreeg er maar niet genoeg van.

 

foto's: Bruno Bollaert

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓