Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

ACCESSO / THE ACCESS | KUNSTENCENTRUM VOORUIT

REVIEW | PODIUM
wo 23.11.2016 | 19:00

door Laura Arens

Het is donker. Een man betreedt de zaal, hijgend en zenuwachtig ijsberend. Als het licht aangaat staat daar Roberto Farías, bezweet en sjofel gekleed. Hij is klaar voor de immense krachttoer die hij met zijn monoloog de volgende 50 minuten zal brengen. Als Spaanse bedelaar legt hij de toeschouwer brabbelend uit dat we hem een aalmoes moeten geven. Hij zou er ten slotte meer mee kunnen dan wij. Al snel wordt er duidelijk wat hij heeft moeten doorstaan in zijn jeugd en waarom hij nu een arme man is.

 

Zijn naam is Sandokán, een personage dat in de film ‘El Club’ van regisseur Pablo Larraín voorkomt. De Chileen sleepte met deze film een Oscarnominatie voor Beste Buitenlandse Film in de wacht en won een Zilveren Beer. Larraín brengt het zware en schrijnende verhaal van Sandokán van het doek naar het podium in zijn beklijvende Acceso/The Access. Waar het publiek lacht met de verwoede pogingen van Sandokán om allerlei snufjes te verkopen, wordt het muisstil als diezelfde man in een donkere zaal zijn verhaal vertelt. Lopend  tussen de stoelen door kijkt hij de toeschouwers indringend aan. Hij vertelt tot in de details hoe priesters hem als kind misbruikten. Wat ze allemaal met hem deden en hoe ze hem ten slotte ook aan andere mannen doorverkochten.

 

Waar het publiek lacht met de verwoede pogingen van Sandokán om allerlei snufjes te verkopen, wordt het muisstil als diezelfde man in een donkere zaal zijn verhaal vertelt.

 

Wat Sandokán zoekt, is toegang. Hij is uitschot van de maatschappij. Toen de priesters hem verkrachtten, boden ze hem ook pizza en mooie kledij aan. Hoewel ze de kleine jongen pijn deden, bevond hij zich naar zijn idee in een gelukzalige situatie. Hij had zekerheid, en praatte daarom het misbruik goed als een daad van liefde. De dag dat de politie de misdadigers oppakten, vervloekt Sandokán. Sindsdien is hem de enige toegang tot een beter leven en, bij uitbreiding daarvan, een betere maatschappij ontnomen. Dat maakt dat hij zich nu in een marginale positie bevindt, waarin hij moet schooien met allerhande prullaria. Een van de boekjes die hij te koop aanbiedt, is de grondwet van Chili. Hij kent de wetten uit zijn hoofd, maar weet ook de trucs om die te omzeilen. Dat is ironisch, want zowel de wet als de trucs kunnen hem niet helpen.
 

Pablo Larraín verklaart dat zijn films over existentiële terreur gaat. Zijn verhalen moeten niet per se een boodschap overbrengen, hij vuurt ze gewoon op de toeschouwer af. De thema’s zijn zwaar en de teksten expliciet. In de verbeelding van de toeschouwer komt de gruwelijke gewelddadigheid naar boven.

 

De afwisseling van grappige episodes van de ratelende straatverkoper -waarbij het publiek meejoelt dat zijn koopwaar voor slechts 2000 pesos te koop is- staat in schril contrast met de serieuze passages over het misbruik in zijn jeugd. Die afwisseling werkt heel ontwapenend. Sandokán weet dat hij hulpeloos uitschot is en dat verwijt hij ons, het Belgische publiek. Tegen al die heftige emoties van de schreeuwende man kan je niet op.

 

 

Beeld: © Sergio Armstrong

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓