Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

CAPPELLA MEDITERRANEA | DE BIJLOKE

REVIEW | MUZIEK
di 10.05.2016 | 18:00

door Bram Lissens

Naar de opera gaan is een feest. Muziek, poëzie en toneel worden samen geserveerd en overgoten met een dikke laag pathos. Gewoon smullen. Maar wat als er zevenentwintig opera’s op één avond getoond worden? Laten we eerlijk zijn. Het eten mag nog zo lekker zijn, niemand heeft zin in een indigestie. De Argentijnse dirigent Leonardo García Alarcón gaat met zijn ensemble Cappella Mediterranea de uitdaging aan.

 

Wie zit te wachten op zevenentwintig integrale uitvoeringen doet tevergeefs moeite. Er is sprake van een opera van opera’s. Leonardo García Alarcón maakte een selectie van uittreksels uit alle opera’s van Francesco Cavalli. Deze barokcomponist was een prominente figuur in de 17de-eeuwse, Venetiaanse operawereld.

 

Op het eerste gezicht lijkt de Miryzaal van het Gentse conservatorium weinig geschikt om een opera te brengen. Het kleine podium laat niet toe om decors te plaatsen en er is geen orkestbak, dus de vijf muzikanten moeten samen met de twee zangeressen op het podium. Omwille van die beperkte ruimte wordt de nieuwbakken opera dan ook concertant uitgevoerd.

 

 

Tussen luisteraar en muzikant is er geen barrière.

 

 

De beperkte capaciteit van de zaal leent zich echter perfect voor deze muziek. De zachtste boogstreek op de viola da gamba, de kleinste ademhaling van de zangeressen, alles wordt onmiddellijk waargenomen. Deze directe relatie tussen publiek en uitvoerder wordt zelfs versterkt wanneer de zangeressen tussen het publiek komen zingen. Het creëren van dergelijke intieme sfeer zou in een reguliere operazaal quasi onmogelijk zijn.

 

Sopraan Mariana Flores is duidelijk thuis in barokmuziek. Het gemak waarmee zij zingt, is verbluffend. De plotse dynamische en harmonische veranderingen, frequent aanwezig in Cavalli’s muziek, vragen haar ogenschijnlijk geen inspanning. Haar stem heeft een warme klankkleur, klinkt nooit geforceerd en leent zich uitermate goed voor de delicate muziek. Kippenvelmoment van de avond moet wel de trieste aria Dimmi, Amor, che farò uit Cavalli’s l’Oristeo zijn. Je voelt gewoon Diomeda’s wanhoop.

 

Mariana Flores’ collega, Giuseppina Bridelli, klinkt daarentegen meer geforceerd. Aanvankelijk zingt ze vrij binnensmonds waardoor de melodische lijnen niet in de zaal geprojecteerd worden en verloren gaan. De muziek vraagt haar meer moeite. Naarmate het concert vordert, vindt Bridelli echter het niveau van haar tegenspeelster, maar de natuurlijkheid van Flores blijkt een brug te ver.

 

De dirigent mag dan wel de intentie hebben om een nieuwe opera te componeren, toch verschilt dit concert weinig van een liedrecital. Persoonlijk heeft de toeschouwer er het raden naar wat het thema is, al is de liefde wel een valabele optie. Het concert voelt aan als een aaneenschakeling van liefdesliederen zonder rode draad. Op zich is dit geen probleem, alleen schep je als ensemble wel hoge verwachtingen wanneer je pretendeert een nieuwe opera op basis van bestaande fragmenten te hebben geschreven. Dit minpunt staat een fijne muzikale belevenis voor de fijnproever echter niet in de weg.

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓