Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

REVIEW | WHAT'S THE MEANING OF A GOLDFISH? | GALERIE TATJANA PIETERS

NONE | EXPO
zo 15.11.2015 | 19:15

door Ruth Devriendt

 

'What’s the meaning of a goldfish?’ luidt de titel van de nieuwe groepstentoonstelling in Galerie Tatjana Pieters. Niet één goudvis heb ik gezien en zaken betekenis geven, dat doe je meestal zelf.

 

Ik interpreteer de titel echter anders: Zouden de kunstenaars misschien de gouden vissen kunnen zijn die met hun kunstzinnige ingrepen, de zaken en tevens ook zichzelf, van een betekenis voorzien of ontdoen? De gouden vissen: Clive Hodgson, Derek Sullivan, Marie Jacotey, Audrey Cottin, Dieter Ravyts en Philippe Van Snick. Hun betekenis? Allemaal evenwaardig.


De ruimte werd atypisch ingedeeld: alle werken hangen op ooghoogte en op eenzelfde afstand van elkaar, niet strategisch geplaatst naar één of andere subjectieve waardebepaling. De plaatsen die normaal fungeren als eyecatcher bleven nagenoeg open. Elk kunstwerk verwijst naar zichzelf als een autonoom object (het zintuigelijk worden van een idee) en naar de kunstenaar zelf. Clive Hodgson, Dieter Ravyts en Phillippe Van Snick doen dat letterlijk door hun naam of signatuur als prominent figuratief element een voorname rol in het beeld te geven. De werken van Marie Jacotey en Audrey Cottin lijken anekdotische deelaspecten van hun leven weer te geven, terwijl Derek Sullivan het cryptischer aanpakt: hij creëert een eigen taal waar tekst en beeld verenigd worden. Wie de werken van Johan Six kent, zal zeker een link tussen beiden zien.  

 

Dit lijkt allemaal verstaanbaar en navolgbaar, doch, ik verliet geschokt de tentoonstelling. Er was iets gebeurd tussen mijn eerste overschouwende blik en mijn laatste doordringende blik. Namelijk, in plaats van door kunstzinnige ‘vensters-op-de-wereld’ te kijken, stootte ik op bikkelharde ‘muren-van-het-leven’. Ik verwijs in het bijzonder naar het werk van Clive Hodgson, die allemaal niet toevallig ‘untitled’ heten. Zijn schilderijen bestaan uit een opgespannen doek, een achtergrondkleur en een minimale ingreep, bijvoorbeeld: zijn naam en enkele penseelstreken.

 

Dit is voor mij als toeschouwer werkelijk problematisch. Het blokkeert mijn hongerige blik die zoekt naar schilderkundige gelaagdheid of virtuoze penseelvoering of toch een gewaagd kleurpallet, iets. Het blokkeert mijn denken dat zoekt naar een verhalend of aanwijzend element, geen context, geen inhoud, geen betekenis. En dan blokkeert het ook nog mijn motoriek, want ik word niet uitgenodigd dichter bij te gaan om bijvoorbeeld een verrassend detail te ontwaren of ik moet niet achteruitdeinzen op zoek naar overzicht of structuur. Neen, vastgekluisterd aan de grond kleeft mijn blik als met super glue aan dat ding aan de muur. Er is zelfs geen concept, in tegenstelling tot het werk van Phillippe Van Snick … Problematisch, ik zei het al.


Mijn Besluit: het is een zeer geslaagde tentoonstelling.

 

 (afb1: Derek Sullivan, afb2: Clive Hodgson, afb3: Dieter Ravyts)

 

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓